Een internetkabel (ook wel RJ45-patchkabel) lijkt eenvoudig te installeren. Je steekt de stekker in het modem of de switch, en klaar is kees. Toch gaat het in de praktijk vaak mis. Kleine fouten tijdens de aanleg of het gebruik van kabels kunnen leiden tot een instabiele verbinding, lagere snelheden of zelfs volledige uitval van het netwerk. Omdat bekabeling de ruggengraat vormt van je internetverbinding, is het belangrijk te weten wat de meest voorkomende fouten zijn en hoe je ze voorkomt.
1. Te scherpe bochten in de kabel
Een van de meest voorkomende fouten is het te strak buigen van de kabel. Veel mensen willen kabels netjes wegwerken achter meubels of in kabelgoten en maken daardoor scherpe bochten. Hoewel de kabel aan de buitenkant stevig oogt, kan de binnenkant beschadigd raken. De koperen aders kunnen knikken of scheurtjes oplopen, waardoor de signaalkwaliteit afneemt. Dit kan zich uiten in een lagere snelheid, haperende verbinding of pakketverlies. Houd daarom altijd rekening met een minimale buigradius van ongeveer vier keer de diameter van de kabel. Zo blijft de interne structuur van de kabel intact en blijft het signaal optimaal.
2. Kabels langs stroomkabels leggen
Een tweede veelgemaakte fout is het naast elkaar leggen van internetkabels en stroomkabels. Elektriciteitsdraden veroorzaken elektromagnetische velden die de datastroom in de netwerkkabel kunnen verstoren. Zeker bij langere trajecten kan dit leiden tot storingen, vertraging en een instabiele verbinding. Dit probleem komt vaak voor bij verbouwingen of wanneer kabels in loze leidingen worden getrokken waarin ook stroomdraden liggen. De beste oplossing is om een duidelijke scheiding aan te houden tussen data- en stroomkabels. Kan dat niet, dan is het raadzaam een afgeschermde kabel (STP) te gebruiken, die beter bestand is tegen externe invloeden.
3. Te lange kabel gebruiken
Internetkabels hebben een maximale lengte waarbij ze goed functioneren. Voor de meeste categorieën, zoals Cat5e en Cat6, geldt een limiet van 100 meter. Wordt de kabel langer dan dit, dan neemt het signaal langzaam af. Dat uit zich in lagere internetsnelheden, verlies van pakketjes en een onstabiele verbinding. In de praktijk merk je dit bijvoorbeeld doordat het streamen van video’s hapert of games lag vertonen. Het is daarom belangrijk de lengte van tevoren goed in te schatten en geen onnodig lange kabels te gebruiken. Kies liever een kabel die iets korter is en werk netjes af, dan een kabel die vele meters te lang is en opgerold blijft liggen.
4. Kabel knikken of pletten
Een internetkabel is niet gemaakt om zware belasting te dragen. Toch gebeurt het vaak dat kabels onder meubels klem komen te zitten of te strak worden vastgezet met tie-wraps of spijkerklemmen. Hierdoor worden de aders van de kabel ingedrukt, wat leidt tot permanente schade en een verminderde doorvoercapaciteit. Het effect hiervan is niet altijd direct merkbaar, maar na verloop van tijd ontstaan problemen zoals wegvallende verbindingen of verminderde snelheid. Het is daarom verstandig kabels nooit onder druk te plaatsen en ze altijd voldoende ruimte te geven. Gebruik losse kabelklemmen of klittenband om de kabels bij elkaar te houden zonder ze te beschadigen.
5. Onjuiste categorie kiezen
Niet elke internetkabel is geschikt voor elke toepassing. Wie een moderne glasvezelverbinding heeft en wil profiteren van hoge snelheden, heeft weinig aan een oude Cat5e-kabel. Hoewel deze kabels nog prima functioneren voor 1 Gigabit-verbindingen, zijn ze niet toekomstbestendig. Voor wie wil streamen in 4K, online gamet of werkt met grote databestanden, is een Cat6a- of Cat7-kabel een veel betere keuze. Een verkeerde keuze in categorie beperkt je netwerkprestaties, ook al is de rest van je apparatuur geschikt voor hogere snelheden. Het is daarom belangrijk altijd te controleren welke snelheid en bandbreedte je nodig hebt en daarop de juiste categorie kabel te kiezen.
6. Verkeerde connectoren gebruiken
De kwaliteit van de connectoren (RJ45-stekkers) is minstens zo belangrijk als de kabel zelf. Goedkope of verkeerd geperste connectoren kunnen zorgen voor slecht contact en een instabiele verbinding. Dit probleem zie je vaak bij zelfgemaakte kabels waarbij de aders niet correct in de stekker zijn geplaatst of waarbij een verkeerd type connector wordt gebruikt voor de kabeldikte. Een slechte verbinding kan leiden tot onderbrekingen en storingen die lastig te achterhalen zijn. Zorg er daarom voor dat je altijd de juiste connector gebruikt en werk met degelijk gereedschap bij het aanleggen van kabels.
7. Kabel buiten zonder bescherming gebruiken
Een laatste veelgemaakte fout is het gebruik van standaard internetkabels voor buiten. Deze kabels zijn niet ontworpen om bestand te zijn tegen vocht, regen of direct zonlicht. Wordt een gewone kabel toch buiten gelegd, dan kan de mantel uitdrogen, barsten of water doorlaten. Dit leidt tot corrosie van de koperen aders en uiteindelijk tot volledige uitval van de kabel. Voor buitengebruik zijn er speciale kabels beschikbaar die UV-bestendig en waterdicht zijn. Ze zijn vaak voorzien van een extra beschermlaag en zijn daardoor geschikt om jarenlang buiten te blijven liggen zonder kwaliteitsverlies.